Vraag gratis advies aan
Doe de Vitaminetest
E-nummers in voeding roepen vaak hevige discussies op als het gaat over gezondheid. Maar wat zijn deze mysterieuze ingrediënten eigenlijk, en is het terecht om ze over één kam te scheren? Laten we kijken of hun slechte reputatie terecht is en hoe dit past binnen een gezonde leefstijl.
Lees verder onder de afbeelding
E-nummers zijn identificatiecodes die de Europese Unie toekent aan stoffen die gebruikt worden als voedseladditieven. Deze codes vertegenwoordigen een reeks stoffen die – na strenge veiligheidstests te zijn ondergaan – zijn goedgekeurd voor gebruik in voedselproducten. Ze variëren van kleurstoffen en conserveermiddelen tot smaakversterkers en stabilisatoren.
Hoewel we het vaak met iets negatiefs associëren, zegt de term ‘E-nummer’ niet per se iets over de oorsprong of veiligheid van een stof; het is in die zin slechts een classificatiesysteem.
Onder de E-nummers vinden we zowel natuurlijke als synthetische stoffen. Natuurlijke additieven worden direct uit de natuurlijke bron gehaald, zoals fruit of kruiden. Synthetische additieven daarentegen, worden in een laboratorium gecreëerd en hebben vaak een chemische structuur die lijkt op hun natuurlijke tegenhangers. Hoewel elk E-nummer voor gebruik individueel wordt beoordeeld op veiligheid, zijn het vooral synthetische varianten die ter discussie staan.
E-nummers in voeding dragen bij aan de kwaliteit, houdbaarheid en het uiterlijk van voedingsmiddelen, waardoor fabrikanten een grotere diversiteit aan voedingsmiddelen kunnen aanbieden, ongeacht het seizoen of de geografische locatie.
De functies van E-nummers bestaan uit 7 categorieën:
Het is een complexe vraag of E-nummers slecht zijn voor je gezondheid. Neem nou MSG (E621), bekend van de geruchten over hoofdpijn en andere klachten na een bezoek aan een Chinees restaurant en volgens sommige mensen één van de gevaarlijkste E-nummers. De wetenschap zegt echter dat deze stof in normale hoeveelheden veilig is. Toch zijn er mensen die gevoelig lijken te reageren op MSG, wat inmiddels bekend staat als het Chinees-restaurant-syndroom.1
Sulfieten (E220-E228) vormen een ander interessant voorbeeld. Ze worden vaak gebruikt als conserveermiddel in voedingsmiddelen en dranken (zoals wijn), maar veroorzaken bij sommige mensen uitslag, jeuk, rode vlekken (lijkend op blozen), buikpijn, diarree en benauwdheid.2
Of E-nummers slecht voor je zijn, is dus niet zo zwart-wit. E-nummers die fabrikanten gebruiken, zijn door experts grondig gecheckt en veilig bevonden. Maar dat betekent niet dat iedereen er hetzelfde op reageert. Sommige mensen zijn namelijk overduidelijk gevoelig voor bepaalde E-nummers, zoals voor MSG of voor sulfieten, en ervaren hierdoor klachten.
Net als met alles in voeding is het verstandig om te letten op hoe jouw lichaam reageert op bepaalde stoffen. Als je merkt dat bepaalde voedingsmiddelen je niet goed bevallen, neem dat serieus.
Hoewel officieel goedgekeurd, zijn er toch een aantal E-nummers die bij mensen vragen oproepen en daardoor ter discussie staan. Wil je bewust kiezen voor wat je eet en extra voorzichtig zijn? Overweeg dan overmatige inname van deze E-nummers te vermijden:
Door je bewust te zijn van deze E-nummers, kun je ze herkennen op etiketten en zo nodig vermijden. Het gaat hierbij niet om een algemeen advies om deze stoffen altijd te vermijden, maar om opties te bieden voor wie bewust wil omgaan met wat zij binnenkrijgen.
Duidelijk is dat E-nummers niet allemaal over één kam geschoren kunnen worden; ze zijn niet per definitie slecht voor ons. Toch bestaat groeiende kritiek, en hoewel we E-nummers al jaren veilig en effectief gebruiken, is wetenschap altijd in ontwikkeling. Het is daarom helemaal niet erg om goed geïnformeerd te willen zijn en bewuste keuzes te maken over wat je eet.
Gelukkig zien we door dit groeiende bewustzijn wel steeds meer voeding zonder E-nummers op de markt. Bovendien vinden mensen het minder erg om te eten volgens de seizoenen en wat lokaal beschikbaar is. Vers en onbewerkt voedsel blijft immers de kern van een gezond dieet.