Vraag gratis advies aan
Doe de Vitaminetest

Borstvoeding afbouwen: wanneer en hoe doe je dat?

Borstvoeding geven is een fijn moment tussen jou en je kleintje. Het heeft vele voordelen voor jullie allebei. Zo bevat moedermelk essentiële voedingsstoffen die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van je baby. Toch zul je op een gegeven moment wellicht nadenken over stoppen. Maar wanneer begin je met borstvoeding afbouwen en hoe zorg je ervoor dat dit proces voor zowel jou als je kindje op een fijne manier verloopt?

Lees verder onder de afbeelding

Borstvoeding afbouwen: wanneer en hoe doe je dat?

Onderwerpen in dit artikel

  • Hoe lang geef je borstvoeding?
  • Spenen: het proces rondom stoppen met borstvoeding
  • Waarom borstvoeding afbouwen?
  • Afbouwen borstvoeding: 5 praktische tips
  • Tot slot: neem je tijd

Hoe lang geef je borstvoeding?

De World Health Organization (WHO) adviseert om gedurende de eerste 6 maanden uitsluitend borstvoeding te geven en daarna borstvoeding als aanvulling op vaste voeding te blijven geven tot minstens 2 jaar.1 Moedermelk bevat namelijk essentiële voedingsstoffen die de ontwikkeling van het kindje ondersteunen en het immuunsysteem versterken.2 Bovendien heeft het voordelen voor de gezondheid van de moeder en versterkt het de onderlinge band.

Lees meer over de voordelen van borstvoeding geven in ons eerder verschenen blog.

Hoe lang je daadwerkelijk borstvoeding geeft verschilt per persoon en is afhankelijk van allerlei factoren zoals fysieke, persoonlijke en werkgerelateerde factoren. Sommigen zijn genoodzaakt eerder te stoppen dan ze willen omdat het helaas niet meer lukt. Anderen kiezen ervoor om na de aanbevolen twee jaar nog door te gaan. Tot wanneer je borstvoeding geeft is aan jou. Er is geen ‘juist’ moment om te stoppen met borstvoeding.

Wil je juist borstvoeding stimuleren? Bekijk dan onze 9 tips om de melkproductie te verhogen.

Spenen: het proces rondom stoppen met borstvoeding

Het proces waarbij je borstvoeding gaat afbouwen wordt 'spenen' genoemd. Dit kan beginnen met het introduceren van vaste voeding wanneer je baby 6 maanden oud is en duurt tot het moment waarop je helemaal gestopt bent met borstvoeding geven. Je kunt zelf bepalen hoe lang dit proces precies duurt.

Daarnaast kun je ervoor kiezen om het proces aan je kindje over te laten. Dit heet ook wel 'spenen geleid door de baby' of 'de natuurlijke speenleeftijd'. Vaak verloopt dit op een langzame en geleidelijke manier waarbij je kindje minder vaak en korter aan je borst drinkt. Op deze manier heeft je kindje het zelf in de hand en leert het zijn behoefte kennen en vervullen.

Welk scenario bij jou en je kleintje het beste past, is afhankelijk van je situatie, je persoonlijke voorkeur en de behoeften van je kindje. Doe wat goed voor jullie voelt.

Waarom borstvoeding afbouwen?

Het is aan te raden om borstvoeding niet abrupt te stoppen, maar dit geleidelijk af te bouwen. Hierdoor verklein je het risico op ongemakken zoals stuwing en verstopte melkkanalen. Je lichaam heeft namelijk tijd nodig om zich aan te passen aan de verminderde melkproductie. In het begin kunnen je borsten daarom wat opgezwollen en gevoelig zijn, maar dit neemt vanzelf af. Bovendien is het langzaam afbouwen vriendelijker voor de spijsvertering en het immuunsysteem van je baby.

Stoppen met borstvoeding kan ook emotionele veranderingen met zich meebrengen en het kan even duren om deze gevoelens een plekje te geven. Door het voeden aan de borst rustig af te bouwen, geef je jezelf meer tijd om hieraan te wennen. In deze periode kan je extra tijd willen doorbrengen met je kleintje door samen te knuffelen en leuke dingen te doen die jullie band nog hechter maken.

Borstvoeding stoppen in één keer

In sommige situaties is het afbouwen van borstvoeding niet mogelijk en moet er plotseling gestopt worden. In dat geval kun je overstappen op flesvoeding en je borsten afkolven op de momenten dat je jouw kindje aan de borst zou aanleggen. Ook het kolven moet je geleidelijk afbouwen. Kolf steeds iets minder af of verleng de tijd tussen de kolfmomenten, zodat je lichaam het signaal krijgt dat de melkproductie mag afnemen. Dit proces wordt geregeld door de feedback inhibitor of lactation (FIL), een polypeptide in moedermelk dat de melkproductie helpt verminderen.3

Afbouwen borstvoeding: 5 praktische tips

Hoe bouw je borstvoeding op een goede manier af en hoe lang duurt dit proces? Dit is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de frequentie van de voedingen, jouw melkproductie, de leeftijd en behoeften van je kindje, en je persoonlijke voorkeur. Om je op weg te helpen, geven we je 5 praktische tips voor het afbouwen van borstvoeding.

1. Verminder de voedingen stapje voor stapje

Begin met het stoppen van één voeding en kies dan voor de voeding die het minst soepel verloopt of het minst goed in je schema past. Voelen je borsten op dat moment te gespannen en ervaar je pijn? Dan kun je een klein beetje melk afkolven zodat het onaangename gevoel verdwijnt. Let er wel op dat je dit afbouwt. Volle borsten geven namelijk het signaal dat er geen melkproductie meer nodig is, waardoor je lichaam de productie vermindert. Hoe minder vaak je voedt of afkolft, hoe sneller je lichaam zich aanpast en de melkproductie afneemt.

Zodra de stuwing is afgenomen, kun je overwegen om te stoppen met een tweede voeding. Gemiddeld duurt het ongeveer een week voor het afbouwen van één voeding, maar dit kan per persoon verschillen.

Een afbouwschema voor het stoppen met borstvoeding kan een fijne leidraad zijn. Houd er echter rekening mee dat het in de praktijk anders kan lopen. Pas je hierop aan en luister daarbij goed naar je lichaam en de behoeften van je kindje.

2. Zorg voor spreiding over de dag

Wanneer je met de tweede voeding stopt, zorg er dan voor dat deze niet direct volgt op de  eerste voeding waar je al mee bent gestopt, maar dat er nog een voedingsmoment tussenzit. Je kunt anders meer last krijgen van stuwing en een onaangenaam vol gevoel. Het is daarom verstandig om de voedingen die je stopt, gelijkmatig over de dag te verspreiden. Op die momenten zal je lichaam minder moedermelk aanmaken, terwijl het op de andere momenten nog voldoende voeding blijft geven. Zo bouw je de melkproductie rustig en geleidelijk af.

3. Vervangen met flesvoeding

Wanneer je kindje jonger is dan 1 jaar vervang je borstvoeding door flesvoeding. Voor baby’s onder de 6 maanden gebruik je 'volledige zuigelingenvoeding'. Vanaf 6 maanden kun je overstappen op normale zuigelingenvoeding of 'opvolgmelk', in combinatie met het introduceren van vaste voeding. Na 1 jaar kun je als melkbron biologische koemelk of geitenmelk geven.

Je kunt er ook voor kiezen om een gedeelte van de borstvoedingen te vervangen met flesvoeding. Door borstvoeding en kunstvoeding te combineren blijven deze intieme momenten met je kindje behouden.

Is melk nou gezond of ongezond? Ontdek het antwoord in ons ander blog.

4. Vervangen met vaste voeding

Als je kindje 6 maanden oud is, is het tijd om vaste voeding te gaan introduceren. Je kunt borstvoeding blijven geven als aanvulling, maar dit moment ook gebruiken om borstvoeding geleidelijk af te bouwen. Vervang dan telkens een voedingsmoment aan de borst door vaste voeding en drinken. Op deze manier verloopt het proces geleidelijk, omdat je kindje steeds minder zal vragen om aan de borst te drinken naarmate het meer vaste voeding en drinken krijgt. Hierdoor neemt de productie van moedermelk langzaam maar zeker af.

Bekijk ook ons blog alle do's en dont's betreft eten tijdens de borstvoeding.

5. Vervang intieme momenten

Onderzoek toont aan dat huid-op-huid contact tussen moeder en baby positieve effecten heeft op de hechting, emotionele regulatie en fysiologische stabiliteit van de pasgeborene.4 Het vervangen van borstvoedingsmomenten door ander intiem contact, zoals extra knuffels en huidcontact, kan helpen bij de emotionele overgang voor zowel moeder als kind tijdens het afbouwproces.

Tot slot: neem je tijd

Bij het afbouwen van borstvoeding komt veel kijken en brengt veel verandering met zich mee. Niet alleen op fysiek gebied maar ook op hormonaal en emotioneel vlak. Gun jezelf de tijd en de ruimte om te wennen aan de nieuwe fase. Wees mild voor jezelf en luister naar je eigen behoeften en dat van jouw kindje. Mocht je problemen ondervinden tijdens het afbouwen, aarzel dan niet om hulp in te schakelen van een lactatiekundige voor de juiste begeleiding en ondersteuning.

Meer advies nodig over borstvoeding?
Onze productadviseurs beantwoorden graag al jouw vragen en geven gratis advies op maat.
Vraag gratis advies aan
Britt

Britt

Productadviseur

Referenties
  1. World Health Organisation (WHO). Health topics: breastfeeding. Geraadpleegd op 4-09-2024.
  2. Voedingscentrum. Encyclopedie: moedermelk. Geraadpleegd op 4-09-2024.
  3. World Health Organization. (2009). Infant and Young Child Feeding: Model Chapter for Textbooks for Medical Students and Allied Health Professionals. World Health Organization, 3.
  4. Bigelow, A. E., & Power, M. (2020). Mother–Infant Skin-to-Skin Contact: Short‐ and Long-Term Effects for Mothers and their children born Full-Term. Frontiers in Psychology, 11.